travignoli 7
travignoli 8
travignoli 2
travignoli 3
travignoli 4
travignoli 5
travignoli 6
travignoli 1

Villa Travignoli

Het was aangenaam koel toen ik die ochtend vanuit ons logement in Montepulciano richting Firenze reed. Een stevig onweer had die nacht de hittegolf weggespoeld en de smalle wegen op de grens tussen Umbrië en Toscane waren bezaaid met diepe plassen. Enkele maanden eerder had ik op een wijnbeurs het domein Travignoli leren kennen. Dat ligt op een boogscheut van Firenze in het zogenaamde Chianti Rùfina-gebied. “In Rùfina liggen we wat hoger en dus koeler dan de rest van Chianti en daarom worden onze wijnen algemeen beschouwd als fijner en eleganter”, had eigenaar Giovanni Busi me verteld. De naam van het domein betekent trouwens “tussen de wijngaarden”. Er wordt behalve de wereldberoemde Chianti nog heel wat ander lekkers gemaakt. De man en zijn echtgenote waren vriendelijk, maar wat gereserveerd. Dat was jammer, want ik vind de menselijke band met de wijnboeren waar ik mee werk ook nogal belangrijk. Maar desondanks: wat ik van Travignoli proefde op de beurs sprak me echt wel aan. “Zou ik misschien deze zomer jullie domein eens mogen bezoeken?”, vroeg ik voorzichtig. Daar hadden mijnheer en mevrouw Busi niets op tegen. Ik hou ervan om eens rond te kijken in de cuverie en ik hoor wijnboeren graag vertellen over hoe ze werken. Het is me al gebeurd dat ik na zo’n ontmoeting onmiddellijk besloot om toch maar niet te starten met de import. Als ik bijvoorbeeld een wijngaard zie waarvan de bodembegroeiing met de zware middelen doodgespoten is, weet ik al genoeg. De ingang van het domein lag wat verstopt achter een reeks pittoreske oude gebouwen. Van de oorspronkelijke gereserveerdheid bleef totaal niets over toen ik op het koppel toe stapte. Ik werd meegetroond naar een degustatieruimte en terwijl Giovannni en Benedetta de proefflessen gingen halen, kreeg ik tijd om even rond te kijken. Ik leek wel beland in een museum. De hele ruimte ademde een soort van historische plechtstatigheid uit. De geur van de geboende houten lambrisering paste perfect bij wat ik zag: eeuwenoude documenten en oorkondes aan de muur, een ingemetseld wapenschild, een antieke gietijzeren luster… Tot mijn verbazing kondigde mevrouw Busi na de degustatie aan dat we aan tafel zouden gaan. De eetkamer kon zonder al te veel aanpassingen het decor zijn voor een achttiende-eeuws Italiaans kostuumdrama. En dat kon het zeker toen om de hoek een uitgedoste butler verscheen. Het was een wat oudere zwarte man met spierwit kroeshaar die ons bediende en die door de Busi’s opvallend familiair bejegend werd. “Heeft u gekookt?”, vroeg ik aan de man. “Neen hoor, ik ben de kok hier”, antwoordde mevrouw Busi snel. Ik begreep er niets meer van. Na de lunch kreeg ik nog een doos proefflessen mee. Toen ik een paar honderd meter gereden had, parkeerde ik de gehuurde Fiat Panda in de berm om nog een paar afstandsfoto’s van het domein te nemen. Ik stapte weer in de wagen en mijn oog viel op de doos die Giovanni Busi me gevuld had. “Travignoli di Conte G. Busi”, las ik. Het woord “conte” maakte opeens alles duidelijk: ik was op bezoek geweest bij een graaf en een gravin! De oorspronkelijke gereserveerdheid, de villa die uit al zijn voegen geschiedenis uitademde… Toen ik het ging opzoeken bleek dat graaf Busi stamt uit een eeuwenoud adellijk geslacht dat al al sinds de zeventiende eeuw het domein bewerkt. Geen half woord hadden de Busi’s echter gerept over hun adellijke afkomst. En hoe dat precies in mekaar zit met die zwarte butler, dat moet ik ook nog eens uitzoeken…

Privacyverklaring - INSCHRIJVEN NIEUWSBRIEF