Vakantie? Wat dacht u hiervan: een zonovergoten terrasje in het Zuid-Franse Bouzigues aan de rand van het Bassin de Thau. Een bord oesters recht uit diezelfde lagune. En daarbij een koud glas picpoul de pinet. Komt dat een beetje in de buurt van wat u onder “vakantie” verstaat? Ja toch? (of het zou moeten zijn dat u van oesters uitpuilende ogen en zwerende wonden krijgt, natuurlijk). Het is heerlijk vakantie vieren langs de boorden van Le Bassin, maar u moet opletten voor smeerlapjes. De eerste keer dat we er waren, was binnen de kortste keren de gps uit onze wagen gestolen. Eigen schuld, dikke bult. Maar er zijn nog meer smeerlapjes in de omgeving, met name in het Bassin. Daar kampen ze de afgelopen jaren met een virus dat de jonge oesters doodt. Het gaat om het herpes-virus, hetzelfde beest dat koortsblaasjes veroorzaakt of dat je kan krijgen van vuile manieren (voor alle duidelijkheid: ik weet dat van horen zeggen). De ziekte, waarvan deze variant trouwens ongevaarlijk is voor mensen, neemt dramatische proporties aan in de lagune van Thau. Eens de temperatuur van het water 16 graden bereikt, vertrekt naar schatting 40 tot 90% van de baby-oestertjes voortijdig naar de eeuwige visvelden. De Franse staat zet massaal veel middelen in om de oesterplaag te counteren, overigens zonder al te veel succes. Ik praatte vorig jaar in Bouzigues met Romain Dupuy, van beroep oesterkweker in paniek. De ostréiculteur had het in niet mis te verstane woorden over de ambtenaren en wetenschappers die met het probleem bezig zijn (ik heb vooral de woorden “incapable” en “imbécile” onthouden). Alle hoop wordt nu gesteld op de kweek van oesterzaad dat door kruising resistent zou zijn tegen de ziekte. Een zeevrucht-baarheidsbehandeling, zo je wil… In het bassin zijn ze bezig met mosselen, oesters en kreeften, er rond met iets voor erbij. Want deze streek van de Languedoc is bekend om zijn frisse witte wijnen op basis van de piquepoul-druif. Toeval kan het niet zijn: deze wijnen passen bij zeevruchten als Wilfried Martens bij Miet Smet. Witte wijnen uit dit deel van Frankrijk zijn dikwijls log en alcoholisch. De picpoul de pinet van het domein Morin-Langaran daarentegen heeft amper 12,5° alcohol en flirt met de fraîcheur van een Chablis. Dat heeft onder meer te maken met het gegeven dat de wijngaarden doorlopen tot aan de rand van het Bassin de Thau. De zeewind krijgt daar dag en nacht vrij spel en hij koelt de wijngaarden in dit hete deel van Le Sud constant af. Het resultaat is een frisse, strakke en mineralige wijn die het niet alleen goed doet als fris aperitief, maar ook een perfect huwelijk kan aangaan met onze Zeeuwse mosselen.