In de 18de eeuw had Portugal nog een koning, en koning João de Vijfde hield er een heel assortiment liefjes op na. Voor een van zijn scheve schaatsen, Dona Maria, had hij een behoorlijk uit de kluiten gewassen landhuis gebouwd in Estremoz. Dat is een stadje in de Alentejo, ten oosten van Lissabon. En het is in dat landhuis dat ik terecht kwam toen ik op zoek was naar Portugese wijnen om in te voeren. Het prachtige 18de eeuwse domein is nog steeds in handen van de erfgenamen van Dona Maria. En wat meer is, ze maken er in die schitterende historische omgeving ook een reeks prachtige wijnen. De huidige eigenaar, Júlio Bastos (en neen, die heeft niets met sigaretten te maken), heeft een reputatie als een huis in de Portugese wijnwereld. Bastos werkte op zijn domein zelfs enkele jaren samen met de Franse familie Lafite-Rothschild, maar ze kregen ruzie. “Na een poos besefte ik dat ze eigenlijk Franse wijnen wilden maken op mijn domein, en daar had ik geen zin in”, verklaart hij de breuk. Het is inderdaad typisch voor Portugal dat ze er vasthouden aan hun eigen, autochtone druiven. Je vindt er druivensoorten waar je nog nooit van gehoord hebt. Ook bij Dona Maria koesteren ze dat erfgoed. En precies dat was de oorzaak van de breuk met de Rothschilds.
Ik importeerde maar liefst elf verschillende cuvées van Dona Maria. Ik vond ze allemaal zo lekker dat ik niet kon kiezen…